Mensen die deelnemen aan chemseks en op zoek zijn naar hulp, stuiten vaak op aanzienlijke barrières binnen de gezondheidszorg. Deze uitdagingen kunnen ontmoedigend zijn en de weg naar herstel bemoeilijken. Zo leiden lange wachttijden voor behandeling vaak tot frustratie en verminderde motivatie, wat cruciaal is wanneer iemand klaar staat om hulp te zoeken. Daarnaast is er een nijpend tekort aan zorgverleners die voeling hebben met de doelgroep en specifiek opgeleid zijn om de complexe dynamiek tussen sociale factoren, drugsmisbruik en visie op seks die chemseks kenmerkt, effectief te behandelen.
Deze dualiteit van verslavingen—zowel gericht op drugs als seksualiteit—vereist een geïntegreerde behandelbenadering die helaas nog niet breed beschikbaar is. Veel therapeuten of behandelprogramma's focussen óf op drugsverslaving óf op seksverslaving, maar niet op de interactie tussen beide. Dit leidt tot een hoge kans op herval, omdat de versterkende combinatie van drugsgebruik en seksueel gedrag unieke behandeleisen stelt die niet altijd worden aangepakt.
Een groot deel van de beschikbare hulp is te vinden binnen seksuele gezondheidssettings, die vaak een open en minder veroordelende benadering bieden. Deze centra zijn cruciaal, omdat stigma een significante barrière kan vormen. Het stigma gerelateerd aan zowel seksueel gedrag als druggebruik kan mensen ervan weerhouden hulp te zoeken. Echter, zelfs binnen deze setting is er behoefte aan diepgaandere expertise rond de specifieke uitdagingen van chemseks.
Er is een duidelijke roep vanuit de gemeenschap zelf voor specifieke, gerichte ondersteuning. Als hulpverleners is het belangrijk om deze behoeften te erkennen en te beantwoorden door ons in te zetten voor meer gespecialiseerde training, het verbeteren van toegang tot zorg, en het ontwikkelen van behandelingen die beide aspecten van chemseks aanpakken. Door deze stappen te nemen, kunnen we een meer inclusieve, effectieve en empathische zorgomgeving bieden voor mensen die worstelen met chemseks.
Chemseks, vaak georganiseerd via apps, verwijst naar het fenomeen waarbij mannen die seks hebben met mannen samenkomen voor langdurige seksuele sessies waarbij gebruik wordt gemaakt van psychoactieve substanties om de seksuele ervaring te intensiveren of te verlengen. Deze bijeenkomsten, die soms dagen kunnen duren, worden gekenmerkt door het gebruik van 'partydrugs' zoals crystal meth, mephedrone, en GHB/GBL, die bijdragen aan een verhoogde seksuele stamina en verminderde remmingen, maar ook aanzienlijke risico's met zich meebrengen.
De termen chemseks en farmacoseks verwijzen beide naar het gebruik van drugs in een seksuele context, maar er zijn enkele nuances in hoe ze worden gebruikt en geïnterpreteerd:
Samenvattend, hoewel beide termen het gebruik van drugs in seksuele contexten beschrijven, is chemseks specifieker gericht op bepaalde drugs en gedragingen binnen voornamelijk de MSM-gemeenschap, terwijl farmacoseks een breder bereik heeft en het gebruik van zowel recreatieve drugs als voorgeschreven medicijnen omvat om seksuele ervaringen te beïnvloeden.
Als je cliënten voor je krijgt die aan chemseks doen, is het goed om niet meteen te denken dat er een ernstig probleem is. Bevraag het eerst! Een meerderheid van personen die aan chemseks doen ervaren -op eens een kater en wat vermoeidheid na- geen al te ernstige problemen hierdoor. Voor sommigen wordt het ook gebruikt als een occasioneel coping mechanisme. Wanneer je als hulpverlener meteen het ergste verwacht, maak je het onwaarschijnlijker dat ze met jou komen praten wanneer het wél fout loopt. Sta open voor het verhaal van de cliënt. Als je merkt dat je het daar moreel moeilijk mee hebt -drugs zijn immers nooit gezond en altijd een risico- kan het goed zijn om door te verwijzen. Dit wil ook niet zeggen dat we mogen blind zijn voor de risico's die de cliënt soms zelf niet ziet.
Als er effectief een hulpvraag is die samenhangt met chemseks is het belangrijk om multidisciplinair te werken: integreer medische, psychologische, eventueel seksuologische en sociale benaderingen. Dit wil ook zeggen: samenwerken met artsen, seksuologen, sociaal werkers, etc. waar nodig. Chemseks is veel meer dan een drugsverslaving, het is een seksueel probleem, een sociaal ingebed fenomeen, het komt met medische risico's,...
Een goeie behandeling is ook sterk gericht op harm reduction en psychoeducatie. Veel cliënten zijn niet noodzakelijkerwijs op zoek naar een manier om volledig te stoppen, maar eerder naar manieren om hun gedrag te beheersen en een balans te vinden die hen in staat stelt hun leven te leiden zonder significante risico's. Dit is vooral relevant omdat een groot deel van hun sociale netwerk vaak ook drugs gebruikt. Volledig stoppen komt met de angst om volledig alleen te vallen. Een te sterke nadruk op het volledig stoppen met drugs kan leiden tot vroegtijdige uitval uit behandelprogramma's.Naarmate de behandeling vordert groeit bij een aantal sowieso het inzicht dat volledig stoppen toch de beste optie is, terwijl anderen kunnen doorgaan, maar op een minder risicovolle manier. Ook als stoppen het doel is, is herval vroeg of laat een reële mogelijkheid. Behandeling moet daarom flexibel en responsief zijn, klaar om aan te passen aan de veranderende behoeften en omstandigheden van de cliënt.
De moeilijkheid van chemseks benaderen als enkel een seksverslaving of enkel een drugsverslaving kan soms op korte termijn spectaculaire resultaten geven: de cliënt stopt met drugs en ook seks lijkt geen probleem meer te zijn; of vice versa. Vaak komt dan even snel een herval wanneer ze aan het onbehandelde aspect (dat minder problematisch leek en ook zonder probleem gestopt werd) terug opnemen. Zodra de cliënt terug begint te daten begint ook het druggebruik terug, of zodra de cliënt terug chems neemt komen ook de ongecontroleerde seksuele escapades terug. Het behandelen van slechts één aspect kan leiden tot snelle, maar vaak tijdelijke oplossingen, gevolgd door terugval. Een geïntegreerde aanpak die beide aspecten samen behandelt als onderdeel van een enkel complex probleem, is essentieel voor langdurig succes.
Er zijn soms ook bijkomende problemen, zoals depressie, trauma, schuldgevoel over seksueel grensoverschrijdend gedrag tijdens chemsekssessies, zowel als slachtoffer als soms als dader, aanvaarding van bijvoorbeeld HIV,... Sommige cliënten hebben eetstoornissen, problemen met het zelfbeeld, levensfaseproblematieken zoals moeite met ouder worden of grote levensveranderingen, ook een persoonlijkheidsstoornis en ASS komen vaker voor dan in de algemene populatie. Het is uiteraard belangrijk om die comorbide problemen mee aan te pakken, zonder de voorveronderstelling te maken dat die er automatisch zijn.
Om harm reduction strategiën te bespreken met je cliënt of betrouwbare psychoeducatie te kunnen geven is het belangrijk dat je zelf goeie bronnen hebt over drugs, over veilige en onveilige seks, over hoe het is als homoseksuele, biseksuele of transgender man. Misschien heb je al een grondige kennis hierover, maar misschien wil je jezelf toch wat bijschaven. Hoe begin je daaraan? Over Drugs en harm reductiestrategiën vind je alvast een aanzet op deze website zelf, op de pagina voor gebruikers. Je kan zeker ook je cliënten zelf hiernaar verwijzen. Andere goeie bronnen kan je hieronder vinden:
Budd is een Web App ontwikkeld door het ITG, de Universiteit Antwerpen, Sensoa en het VAD. Op Budd kan je een hoop informatie vinden over chemseks, alsook bronnen om persoonlijk gebruik te monitoren.
Alles over seks is een pagina van Sensoa, het expertisecentrum voor seksuele gezondheid. Op deze pagina over chemsex vind je heel wat informatie en advies indien je zelf vragen hebt of om te delen met je cliënten.
Op chemsex.nl vind je neutrale informatie over seks onder invloed van drugs. Voor wie schade wil beperken, gecontroleerd wil gebruiken, wil stoppen of gestopt wil blijven. Met info over drugs en seks, tips voor harm reduction, ervaringsverhalen en support.
Op chemsex.be vind je ook veel informatie, maar jammergenoeg enkel in het Frans.
Erowid is een site door en voor psychonauten. Je vindt er hopen informatie over bijna alle chems. Zeker interessant voor hulpverleners die weinig ervaring met specifieke drugs hebben, aangezien je er niet alleen pure informatie vindt, maar ook gebruikerservaringen en combinatie-ervaringen.
Indien je cliënt melding maakt van grensoverschrijdend gedrag en je hebt als hulpverlener vragen over hoe hier best mee om te gaan kan je de cliënt altijd doorverwijzen naar het Zorgcentrum na Seksueel Geweld. Ook aan hulpverleners bieden ze goeie ondersteuning om hier beter mee om te gaan.
Bart Anseeuw geeft talks, lezingen, workshops of opleidingen over chemseks die veel dieper ingaan op de doelgroep, motivaties, wanneer en hoe het tot problemen komt en welke specifieke behandelstrategiën en technieken je kan gebruiken. Hij kan zowel lange of korte sessies voorzien. Tarieven hangen af van de aard van de aanvraag.
In het verleden deed hij dit al onder meer voor de VAD, voor farmabedrijven op onder meer het Let's Talk HIV symposium van Gilead en MSD Belgium en voor verslavingsinstellingen. Bart werkte meer aan de flyer "recreationele drugs in een chemsex context 2.0" voor hulpverleners van ViiV healthcare en Bart is vanaf 2024 lid van de Antwerpse Expertengroep Chemseks. Hij werkt als psycholoog in een groepspraktijk in Laakdal en in Antwerpen. Wil je hem zelf gebruik dan onderstaande links